Aantal uitzendbanen bereikte in 2016 recordhoogte

Het aantal banen in de uitzendbranche is in 2016 gegroeid tot een recordaantal. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek waren het er 725.000.

Van alle werknemers heeft inmiddels 26 procent een flexibele arbeidsrelatie, dat getal is de laatste jaren sterk opgelopen. Uitzendkrachten vallen onder deze groep, zij vormen in totaal 4 procent van alle werkenden in Nederland.

Het aandeel uitzendkrachten is daarmee relatief hoog. Van de EU-landen ligt het alleen in Slovenië hoger.

Man

Uitzendwerkers zijn vaker man dan vrouw. Dat komt doordat uitzendwerk veel voorkomt in beroepen waarin traditioneel veel mannen werken. Vrouwen werken wel vaak op oproepbasis, maar dat gebeurt dan in veel gevallen niet via een uitzendbureau.

Een op de vijf uitzendkrachten werkt in de industrie. Daarnaast zijn de bouw, vervoer en opslag, maar ook het openbaar bestuur en de overheid branches waar uitzendwerk relatief veel voorkomt.

Ouder

Uitzendkrachten zijn jonger dan de gemiddelde werknemer, maar dat verschil is sinds 2005 wel afgenomen. In dat jaar was 38 procent van de uitzendwerkers jonger dan 25 jaar. Vorig jaar was dat nog maar 23 procent. De groep 45- tot 55-jarigen verdubbelde bijna.

Een vetpot is het meestal niet voor wie via een uitzendbureau aan de slag is. Het gemiddelde inkomen is iets meer dan 24.000 euro, bij alle werknemers samen is het gemiddelde bijna 43.000 euro.

Ontevreden

Uitzendkrachten zijn dan ook minder tevreden over hun baan dan andere werkenden. Op bijna alle door het CBS onderzochte aspecten waarop je als medewerker al dan niet blij kunt zijn, scoorden uitzendwerkers het laagst. Zo zijn ze vaker dan andere werkenden ontevreden over hun carrièremogelijkheden, vertegenwoordiging door vakbonden en belangengroeperingen en natuurlijk de beloning.

Er is één uitzondering: zo’n 17 procent van de uitzendkrachten moppert over zijn leidinggevende. Dat ligt bij mensen met een vast contract ruim boven de 20 procent.

Bron: Nu.nl